Behandelingen
Eerste Bezoek
Uw eerste bezoek dient met name ter kennismaking met uw tandarts. De tandarts wil een indruk krijgen van de toestand van uw gebit. Er zal dan ook een gebitsonderzoek plaats vinden. Indien een meer uitgebreide controle of behandeling noodzakelijk wordt geacht, zal tijd gereserveerd worden voor een vervolgafspraak.
Gebitscontroles
Tijdens de periodieke controle, bekijkt uw tandarts uw gebit van alle kanten. Hij/zij kan aan de kleur van uw tanden en kiezen zien of er een gaatje dreigt te ontstaan. Een röntgenfoto is in zo’n geval een goed diagnostisch middel. In geval van kronen en bruggen kijken we of alles goed aansluit. Wanneer er tijdens de controle blijkt dat er iets moet worden hersteld, dan wordt er een nieuwe afspraak gemaakt voor die behandeling. Voor grotere ingrepen (bijvoorbeeld het zetten van een kroon) moeten er meerdere afspraken worden gemaakt. Verder wordt er bij de controle een screening uitgevoerd om de gezondheidstoestand van uw tandvlees te kunnen beoordelen. Daarnaast wordt uw medische gegevens gecontroleerd en waar nodig bijgewerkt of aangepast.
Sealen
Het Engelse woord sealen betekent afdekken of verzegelen. Bij de tandarts betekent sealen dat de putjes en groeven in de kauwvlakken van de kiezen worden afgedekt met een dun laagje kunsthars. Zo’n afdeklaagje heet een sealant.
Waarom sealen?
In de kauwvlakken van de kiezen zitten vaak diepe en smalle putjes en groeven. Daarin kunnen zich bacteriën en voedselresten nestelen. De haren van de tandenborstel en fluoride-houdende spoelmiddelen kunnen niet tot onderin de putjes en groeven komen. Daardoor is er een groot risico dat er in de putjes en groeven gaatjes ontstaan. Door in een vroegtijdig stadium de putjes en groeven af te dekken met een sealant, kunnen daar geen bacteriën en voedselresten inkomen. Zo wordt het risico op gaatjes in de kauwvlakken van de kiezen voorkomen.
De behandeling
Voordat een kauwvlak wordt geseald, wordt de kies eerst goed gereinigd met een borsteltje en polijstpasta. Om contact met speeksel te voorkomen, wordt de kies vervolgens drooggelegd met wattenrollen of met een rubberen lap. De sealant hecht het beste vast aan een ruw oppervlak. Om het kauwvlak ruw te maken, wordt daarop met een penseeltje of een spuitje een zuur aangebracht. Na een inwerktijd van 15 tot 20 seconden wordt het zuur met water van het kauwvlak afgespoeld en de kies wordt weer gedroogd. Vervolgens wordt de sealant met een penseeltje aangebracht op het droge kauwvlak. De sealant wordt vanzelf hard, of wordt hard gemaakt door er met een blauwe lamp op te schijnen. Tenslotte wordt gecontroleerd of de lak goed op zijn plaats zit. Sealants blijven over het algemeen jarenlang zitten.
Bij wie en wanneer?
Juist op het moment dat de kiezen volledig zijn doorgebroken, ontstaan de meeste gaatjes. Uw tandarts zal dus het liefste op dat moment de kauwvlakken van de kiezen sealen. Daarom zullen sealants meestal bij kinderen worden aangebracht. Niet bij alle kinderen is sealen zinvol, omdat niet alle kinderen diepe en smalle putjes en groeven in de kauwvlakken hebben. Bij uitzondering wordt er ook bij volwassenen nog wel geseald; dit gebeurt als er duidelijke aanwijzingen zijn dat er gaatjes zullen ontstaan in de kauwvlakken.
De voordelen van sealen
Het grootste voordeel van sealen is dat er in de kauwvlakken van de behandelde kiezen geen gaatjes meer kunnen ontstaan. De lak is vrijwel onzichtbaar en de behandeling is volledig pijnloos. Kinderen zullen het sealen over het algemeen heel goed accepteren. Voor een goed resultaat is het wel belangrijk dat zij hun mond goed open kunnen houden.
De nadelen van sealen
Echte nadelen zijn er eigenlijk niet. Sommige kinderen vinden het zuur een beetje vies. Een sealant is niet zo slijtvast als een echte vulling, maar het laagje kan altijd weer opnieuw worden aangebracht.
Mondhygiëne en behandeling van tandvleesziekten
De een kan snoepen wat hij wil, slordig of niet poetsen en vervolgens nooit gaatjes hebben. De ander poetst drie keer per dag, flost, gebruikt geen zoetigheden, gaat elk half jaar naar de tandarts en heeft altijd gaatjes. Vaak ligt dat aan de speekselsamenstelling en de bacteriënopbouw in de mond. Vooral de zogenaamde tandplak zorgt voor tandbederf. Onze mondhygiënisten en preventieassistenen kunnen uw met raad en daad ter zijde staan, om tandbederf zoveel mogelijk tegen te gaan. Buiten tandbederf is een slechte adem, werkelijkheid of ingebeeld(!), een bron van ellende voor velen. Ook dat heeft te maken met bacteriën in de mond. Mondhygiëne speelt hierbij een grote rol.
Gingivitis en Parodontitis
Eén van de belangrijkste plaatsen in uw mond om uw gebit gezond te houden, is de overgang van tand naar tandvlees. Wanneer er nu veel plak aanwezig is op deze overgang, dan zal het tandvlees ontstoken raken. Het wordt rood en ziet er opgezwollen uit. Wanneer u poetst of erop drukt, gaat het bloeden. Dit heet gingivitis. Wordt de tandplak verwijderd, en gebruikt u naast het poetsen met een fluoridetandpasta ook nog hulpmiddelen zoals borsteltjes, tandenstokers e.d. om de tandplak elke dag te verwijderen, dan zal deze tandvleesontsteking snel genezen zijn. U kunt dat gemakkelijk controleren: gezond tandvlees is lichtroze van kleur en ligt mooi stevig om uw tanden en kiezen heen. En, het bloedt niet wanneer u poetst. Wordt de gingivitis echter niet behandeld, dan kan deze toestand verergeren, waardoor de vezels waarmee de tand vastzit in het kaakbot, kapot gaan. Zelfs het kaakbot kan worden ‘afgebroken’. De ruimte die er tussen tandvlees en kaakbot ontstaat (pocket) doordat de vezels daar zijn verdwenen, vult zich vervolgens met tandplak en tandsteen. De vergaande tandvleesziekte die dan ontstaat, heet parodontitis en tast dus het fundament van uw tanden en kiezen aan. Wanneer tandplak en tandsteen niet worden verwijderd, dan gaan tanden en kiezen loszitten. Ze kunnen uitvallen, of moeten worden getrokken omdat het fundament te ver weg is.
Daarom is het belangrijk om op de goede manier te flossen en te poetsen, tandenstokers gebruiken en uw tong te reinigen. Allemaal zaken die de mondhygiënist en preventieassistent u kan leren. Tandsteen is dus nooit onschuldig, maar kan een voorbode zijn van heel nare ontwikkelingen. Tandsteen is niets anders dan verharde tandplak. Heel vaak kunt u tandplak niet ontdekken met het blote oog, omdat het dezelfde kleur heeft als uw tanden. Tanden en kiezen met tandplak voelen echter wel ruwer aan. Maar tandplak tussen uw gebitselementen is nauwelijks te zien en te voelen. Onze mondhygiënisten kunnen op een deskundige manier tandsteen verwijderen en u vertellen wat u kunt doen om dit zoveel mogelijk te voorkomen.
Regelmatig een bezoek aan de mondhygiënist is daarom geen overbodige luxe, maar kan het behoudt zijn van een gezond gebit, gezond tandvlees en kaakbot. Want alleen een op het oog stralend gebit, zegt nog niet altijd alles over de gezondheid van het geheel, en die begint bij de basis, dus bij de mondhygiënist.
De mondhygiënist en de preventieassistent
Indien nodig wordt u door uw tandarts verwezen naar een preventieassistent of een mondhygiënist. U kunt ook zelf aangeven dat u het uw gebit gereinigd wilt hebben. Een preventieassistent richt zich op preventie van tandvleesproblemen, het verwijderen van tandsteen, het schoonmaken van het gebit en geven u tevens uitleg over hoe u uw gebit zo lang mogelijk gezond en mooi kan houden.
U wordt naar de preventie assistent verwezen indien:
-uw gebit veel tandsteen, plaque en aanslag heeft en een gebitsreiniging nodig heeft;
-uw tandvlees ontstoken is en om deze reden bloedt, maar er nog weinig of geen botverlies rond de wortels van uw tanden of kiezen is opgetreden;
-voorlichting, in combinatie met uitleg over het gebruik van tandenborstels, stokers, floss, tongreinigers e.d. uw mondhygiëne kan verbeteren. Een goede instructie is voor zowel kinderen als volwassenen van belang;
-u het zelf op prijs stelt om regelmatig aanslag en/of tandsteen te laten verwijderen om esthetische redenen.
U wordt naar de mondhygiënist verwezen indien:
Wanneer bij u de tandvleesziekte parodontitis wordt geconstateerd, zult u verwezen worden naar een mondhygiënist. Uw tandvlees is ontstoken en geïnfecteerd. De bacteriën die deze infectie veroorzaken tasten de vezels aan waarmee de tanden verankerd zijn in het kaakbot. De mondhygiënist zal de situatie van uw tandvlees uitgebreid in kaart brengen en deze met u bespreken. Aan de hand van dit onderzoek wordt met u een behandelplan opgesteld zodat u weet hoeveel afspraken u nodig heeft en wat de kosten zullen zijn.
Bleken
Naast een gezond, regelmatig gebit, is er voor veel mensen een stralend wit gebit het mooiste wat er is. Nu zijn er allerlei tandpasta’s en aanverwante zaken op de markt die dat beloven, maar die in werkelijkheid óf niet werken, óf de glazuurlaag aantasten. Beter gezegd: afschuren. En een glazuurlaag wordt niet meer aangemaakt.
De kleur van een gebit verschilt per persoon. De kleur van tanden en kiezen worden namelijk bepaald door het tandbeen dat onder het glazuur zit. Bij de een is dit grijzig of wit, bij de ander wat geler. Het glazuur zelf is doorzichtig. Door kleurstoffen uit koffie, wijn, rook en dergelijke kan de tand verkleuren. Ook een klap of gebruik van bepaalde medicijnen kan tandverkleuring tot gevolg hebben.
Wilt u uw tanden wat witter, dan kunt u uw tanden bleken. De Tandarts Geldrop heeft gekozen voor de thuis-bleekmethode. Voordat u echter kunt beginnen met bleken, krijgt u eerst een controle van uw gebit en tandvlees. Uw vullingen en kronen bleken namelijk niet mee en uw tandvlees dient gezond te zijn om irritatie te voorkomen. Om deze reden bekijkt de tandarts eerst of vullingen en kronen geen zichtbare kleurverschillen zullen opleveren. Is alles in orde, dan maken wij een afdruk van uw gebit. Aan de hand van genomen afdruk wordt er een bleeklepel vervaardigd. Wanneer u ervoor kiest om boven- en onderkaak tegelijk te bleken, maken wij twee op maat gemaakte bleeklepels. Hierin spuit u bleekgel waarna u de bleeklepels over uw tanden en kiezen kunt schuiven. Deze draagt u dan ’s nachts gedurende ongeveer een week. Hoeveel dagen u precies moet bleken ligt aan de kleur van uw tanden en het gewenste resultaat.
Er wordt gebruik gemaakt van een gel met waterstofperoxide. De gel die De Tandarts Geldrop gebruikt bevat 10% waterstofperoxide. Dit is laag, in tegenstelling tot sommige andere gels die wel 35% kunnen bevatten. Bij hoge dosering bestaat de mogelijkheid dat het glazuur broos en poreus wordt waardoor het veel sneller vatbaar is voor slijtage. Een laag percentage betekent echter niet dat het resultaat minder is. Het proces gaat gewoonweg geleidelijker. Dit heeft als voordeel dat de gel minder schadelijk is voor uw tandvlees en tanden. De gevoeligheid die kan optreden voor warm en koud wordt tot een minimum beperkt. Dit is doorgaans 24 uur nadat u gestopt bent met bleken weer over.
Bovenal krijgt u geen onnatuurlijk resultaat. Per dag kunt u bekijken of u de gewenste kleur heeft bereikt. Op deze manier is het bleken van uw gebit een niet-schadelijke, verantwoorde en efficiënte manier om een witter gebit te maken.
Vullingen
Wat zijn gaatjes?
Gaatjes worden veroorzaakt door bacteriën die zich aan het oppervlak van uw tanden en kiezen hechten. Naarmate de bacteriën zich vermenigvuldigen en groeien, vormen ze een witachtig laagje dat tandplak wordt genoemd. Als tandplak niet wordt verwijderd, begint deze zuren af te scheiden die kleine gaatjes in het oppervlak van het tandglazuur maken. Naarmate de gaatjes groter worden, groeien ze uiteindelijk uit tot één groter gat ( cariës).
Vullingen
Een gaatje in je gebit moet worden gevuld om ervoor te zorgen dat het gaatje niet groter wordt en pijn gaat doen. Als je een gaatje hebt, boort de tandarts ook een gaatje. De tandarts haalt als het ware het zieke deel vol met cariës weg. Het vullen van tanden en kiezen is een van de voornaamste bezigheden van de tandarts.
Meerdere vullingen in een tand
Een tand bestaat uit verschillende vlakken, denk bijvoorbeeld maar een dobbelsteen, deze heeft ook meerdere kanten / vlakken. De bovenkant van een tand en met name de kies, heeft ook nog meerdere kleine vlakjes. Aan verschillende vlakken kunnen gaatjes ontstaan die gevuld moeten worden. Als er meerdere gaatjes in verschillende vlakjes worden gevuld, is dit terug te zien op uw rekening. Op de rekening staat dan bijvoorbeeld een tweevlaks- of drievlaksrestauratie.
Etsen en onderlaag
Etsen houdt in dat het tandoppervlak met een speciaal zuur wordt ruw gemaakt. Als het oppervlak ruw wordt gemaakt, wordt het makkelijker voor het vulmateriaal om zich aan het tandbeen te hechten. Dit voorkomt dat de vulling er weer snel uitvalt.
Door het ruw maken van het tandoppervlak wordt de bescherming van de tand minder en zal de tand gevoeliger kunnen worden voor prikkels van buitenaf (bijvoorbeeld koude en warmte). Daarom wordt in de meeste gevallen ook een onderlaag aangebracht die voorkomt dat deze prikkels de zenuw bereiken.
Verdoving
Als de tandarts iets moet doen wat pijnlijk kan zijn, zal hij in de meeste gevallen eerst voorstellen om te verdoven. Die verdoving bestaat uit een klein prikje, waarna je meestal geen pijn meer voelt. Voel je na de verdoving toch nog pijn, zeg dat dan meteen. De tandarts kan dan nog een beetje extra verdoven. Als de verdoving eenmaal werkt, voelt je wang of lip vaak dik aan en heb je het gevoel dat je moeilijker kunt praten en eten of drinken. Dit gevoel verdwijnt weer nadat de verdoving is uitgewerkt, meestal één of enkele uren na de behandeling. Zie je erg tegen de prik op, dan kun je vragen of de tandarts het eerst wil proberen zonder verdoving. Wordt de pijn te hinderlijk, dan kan de tandarts op jouw verzoek alsnog verdoving geven.
Wortelkanaalbehandeling / zenuwbehandeling
Binnen in de tanden en kiezen bevindt zich levend weefsel, waaronder zenuwen, bindweefsel en bloedvaten, dit weefsel wordt de pulpa genoemd. De wortels van tanden en kiezen zijn hol, binnenin bevindt zich een ruimte die het wortelkanaal genoemd wordt.
Door het zenuwweefsel in de tand of kies kan o.a. wamte en koude gevoeld worden, mocht het weefsel geïrriteerd raken door bijv. tandbederf dan zal er pijn kunnen ontstaan. In het begin is de pijn vaak mild en van korte duur; de pijn kan worden opgewekt door o.a. warmte en koude of zoetigheid. In een verder gevorderd stadium van de zenuwontsteking kan de pijn zeer heftig zijn en lang aanhouden. Een zenuw kan behalve door tandbederf ook geïrriteerd raken door blootliggend tandbeen bij gevoelige tandhalzen, tandenknarsen en trauma (klap).
Ook nadat een tandarts geboord heeft kan een zenuw ontstoken raken. Indien de pijn niet verdwijnt na het maken van een vulling of als de zenuw al teveel is aangetast dan zal er een wortelkanaalbehandeling gedaan moeten worden.
Bij een lichte ontsteking van de zenuw kan deze zich soms herstellen en hoeft er geen wortelkanaalbehandeling gedaan te worden. Soms kan de zenuw ook ontstoken zijn geraakt of zelfs afsterven zonder tand/kiespijn veroorzaakt te hebben, in deze gevallen zal ook een wortelkanaalbehandeling moeten worden uitgevoerd.
De wortelkanalen staan via de wortelpunt in verbinding met het bot, hierdoor kan een ontsteking in de wortelkanalen zich uitbreiden naar dit gebied. Met behulp van rontgenfoto’s is de tandarts in staat om een wortelpuntonsteking op te sporen.
Tijdens een wortelkanaalbehandeling maakt de tandarts de wortelkanalen met behulp van vijltjes wijder. Hierdoor kunnen ze gespoeld worden met een ontsmettende chloor-oplossing, waardoor de bacterien en eventuele weefselresten gedood en verwijderd worden. Het is belangrijk dat de wortelkanalen tot bijna bij de wortelpunt gereinigd en gevuld worden, tijdens en voor de behandeling neemt de tandarts rontgenfoto’s om een beeld te krijgen van het aantal kanalen en de lengte.
Vulmateriaal
De kanalen worden over het algemeen gevuld met rubberstiftjes en cement, waarna daarover heen een witte gemaakt kan worden. Hiermee wordt geprobeerd de wortelkanalen van de tand/kies zo goed mogelijk af te sluiten, zodat bacteriën niet opnieuw kunnen binnendringen. Een wortelkanaalbehandeling is een lastig en tijdrovend karwei en kan afhankelijk van de moeilijkheidsgraad een half uur tot zelfs meer dan twee uur in beslag nemen. Na ongeveer twaalf maanden is bij een geslaagde kanaalbehandeling op de rontgenfoto vaak te zien dat de ontsteking aan de wortelpunten kleiner is geworden.
Verdoving
De wortelkanaalbehandeling is in de meeste gevallen nagenoeg pijnloos uit te voeren. Mocht u tijdens de behandeling toch op sommige momenten pijn ervaren, dan kunt u dit het beste vertellen aan de tandarts. Hij/zij kan u dan (in de wortelkanalen) bij-verdoven zodat u minder gespannen in de stoel zal liggen.
In enkele gevallen waarbij er een acute ontsteking aanwezig is, soms gecombineerd met pus (abces) is het gebied lastig te verdoven en kan de behandeling helaas pijnlijk uitvallen. Over het algemeen zal de behandeling na de start op een later tijdstip worden afgemaakt, wanneer er ook beter te verdoven is.
Napijn
Enige dagen napijn na een wortelkanaalbehandeling is normaal, de pijn wordt met name gevoeld bij kauwen/dichtbijten, tikken of andere krachten op de tand/kies.
In sommige gevallen was de ontsteking dermate groot dat het herstel langer zal duren en kunnen enige weken klachten aanwezig blijven.
Zoals eerder gezegd zijn vele maanden noodzakelijk om het wel of niet slagen van een kanaalbehandeling te beoordelen; bij blijvende klachten altijd je eigen tandarts consulteren.
Facing
Diverse cosmetische problemen van het gebit kunnen met een facing worden opgelost: een verkleurde tand kan worden verfraaid, kleine spleetjes tussen tanden kunnen worden weggewerkt, hoekjes die van tanden afgebroken zijn en scheve tanden kunnen ermee worden gemaskeerd.
Een facing is in feite een schildje van tandkleurig porselein of van wit vulmateriaal dat op de tand wordt geplakt. De kosten hangen af van het materiaal dat gekozen wordt voor de facing. Een porseleinen facing is iets duurder omdat het tandtechnisch laboratorium die de facing vervaardigt, ook kosten maakt die in de totale kosten worden doorberekend. De tandarts kan u voorlichten over de kosten van verschillende soorten facings.
Facings van composiet
Facings van composiet kan de tandarts in één zitting aanbrengen. Er kan uit veel verschillende kleuren composiet worden gekozen. De tandarts zal in overleg met u de kleur kiezen, die het best bij uw gebit past. Indien nodig, wordt hierna een dun laagje van de tand afgeslepen om ruimte te maken voor de facing. Als dit niet gebeurt zou de betreffende tand dikker worden.
Het geslepen oppervlak van de tand wordt daarna voorbehandeld met een etsend materiaal en een hechtmateriaal. Dit zorgt ervoor dat het composiet beter vasthecht. Het composiet wordt vervolgens aangebracht. Hierna boetseert de tandarts het aangebrachte composiet in de gewenste vorm en wordt het uitgehard met een blauwe lamp. De vorm wordt vervolmaakt door het harde composiet oppervlak te beslijpen en te polijsten.
Facings van porselein
Ook bij de porseleinen facing wordt eerst aandacht aan de kleur besteed. De tandarts zal in overleg met u de kleur kiezen, die het best bij uw gebit past. Het tandtechnisch laboratorium vervaardigt vervolgens een facing in de gekozen kleur. Omdat een porseleinen facing minimaal een halve milimeter dik is, wordt er altijd een dun laagje van de tand afgeslepen. Er wordt daarna een afdruk gemaakt van de tand om ervoor te zorgen dat de facing de juiste vorm krijgt.Voordat de facing wordt aangebracht wordt het afgeslepen tandoppervlak geëtst en van een hechtlaag voorzien, zodat de facing later goed vastplakt.
Na het plaatsen
De facing voelt aan als een eigen tand of kies. Soms hebt u een korte periode nodig om te wennen aan de veranderde vorm, vooral als de tand iets dikker of langer is geworden na het plaatsen van de facing.Met de facing kunt u alles eten en drinken. Alleen is voorzichtigheid geboden met het bijten op harde dingen zoals zuurtjes, en met verkeerde gewoonten zoals nagelbijten, op pennen kluiven en dergelijke.
Duurzaamheid
Een facing gaat zo n 5 tot 10 jaar mee. Een facing kan beschadigd raken of slijten door verkeerde gewoontes zoals tandenknarsen en dergelijke, maar kan weer worden gerepareerd of vervangen.
Kroon- en brugwerk
Kronen en bruggen zijn bedoeld als duurzame vervangingen voor tanden en kiezen. Ze benaderen de oorspronkelijke vorm en functie zoveel mogelijk. Een behandeling voor een kroon of brug is ingewikkelder dan voor een gewone vulling. U zult dan ook soms enkele keren bij uw tandarts moeten terugkomen.
Wat is een kroon?
Een kroon is een kapje van metaal en/of porselein dat precies over een afgeslepen tand of kies past. Het kapje zit op de tand of kies vastgelijmd. Door een kroon krijgt de tand of kies zijn oorspronkelijke vorm en functie weer terug.
Wanneer kan een kroon nodig zijn?
Er is onvoldoende houvast voor een vulling. Door tandbederf kan een groot deel van de tand of kies verloren zijn gegaan.
Verbeteren van het uiterlijk. Meestal gaat het daarbij om verkleurde en/of slecht gevormde tanden of kiezen die voor in de mond staan.
Wat is een brug?
Een brug wordt gemaakt ter vervanging van één of meer ontbrekende tanden en/of kiezen. Een brug zit vast aan twee of meer pijlers. Dat zijn afgeslepen tanden of kiezen aan weerszijden van de open ruimte van de ontbrekende tand of kies. Een brug bestaat uit twee of meer kronen die op pijlers passen en een brugtussendeel, ook wel dummy genoemd. Deze bestaat uit één of meer kunsttanden en/of kiezen die op deplaats van de open ruimte komen.
Welke soorten bruggen zijn er?
Gewone brug Gewone brug
Bij een gewone brug bevinden de pijlers zich aan weerszijden van de open ruimte.
Vrij-eindigende brug
Bij een vrij-eindigende brug bevinden de pijlers zich aan één zijde van de ontbrekende tand of kies.
Etsbrug
Een etsbrug is meestal mogelijk wanneer de tanden of kiezen aan weerszijden van de open Ets brug ruimte nagenoeg gaaf zijn. Voor deze constructie hoeft nauwelijks iets van de gave tanden te worden afgeslepen. De etsbrug wordt vooral gebruikt ter vervanging van één of twee tanden. De brug wordt door middel van metalen bevestigingsplaatjes met een speciale lijm onzichtbaar aan de binnenzijde van de tanden geplakt. Een etsbrug kan, indien nodig, meestal vrij eenvoudig worden verwijderd.
Wanneer kan een brug nodig zijn?
- Om beter te kunnen kauwen.
- Verbetering van het uiterlijk.
- Om te voorkomen dat tanden en kiezen scheef gaan staan en/of gaan uitgroeien.
Volledige prothese/ kunstgebit
Een volledige prothese of kunstgebit vervangt de natuurlijke tanden en kiezen wanneer deze verloren zijn gegaan door cariës of parodontitis. De tandheelkunde maakt onderscheid tussen volledige prothesen en partiële prothesen zoals plaatprothesen en frameprothesen. Geschat wordt dat in Nederland ongeveer drie miljoen mensen een kunstgebit hebben.
Een kunstgebit of afgekort VP (Volledige prothese), ligt in principe los op het mondweefsel. Door het speeksel kleeft de kunststof aan de weefsels, de mondspieren kunnen behulpzaam zijn bij de retentie of houvast. Het harde, starre plaatje moet in een mond functioneren, waarvan in zekere zin alles beweeglijk is. Vaak levert dat problemen op. Het is meestal het ondergebit dat klachten geeft. Het draagvlak van de tandenloze of edentate onderkaak is immers kleiner.
Prothese op implantaten
Door de opkomst van de implantologie is het makkelijker geworden retentie te creëren. De VP wordt dan op drukknoppen of een staafje geklikt. Deze voorziening is vrij kostbaar, maar wordt onder voorwaarden vergoed door de meeste verzekeraars. In een aantal gevallen is het ook mogelijk de eigen hoektanden of valse kiezen te gebruiken, als deze nog niet verloren zijn gegaan.
Een prothese wordt niet uit de kast getrokken of kant en klaar aangeleverd. De tandarts moet met u eerst een aantal stappen doorlopen, waardoor de tandtechnicus de prothese kan modelleren in was en uiteindelijk kan afpersen in kunststof.
Het maken van een prothese
1. Eerste afdruk
Voor het maken van een prothese maakt de tandarts eerst een eerste afdruk (anatomische afdruk) met standaardlepels / confectielepels en stug alginaat. Normaal gesproken worden alleen de tanden en kiezen afgedrukt, maar nu ook de overgang van kaak naar wang. Van deze afdruk wordt in het tandtechnisch laboratorium een gipsmodel gemaakt en daarop wordt een individuele lepel vervaardigd. Met deze individuele lepel, die op maat is gemaakt voor uw mond, wordt een tweede afdruk genomen.
2. De individuele afdruk
De individuele lepel wordt eerst voorzien van een zogenaamde randopbouw. Dit is een laagje harde wax die de overgangen beter markeert en de spieraanhechtingen aangeeft. Onder lichte druk en overmaat wordt dan een precies afdrukmateriaal gebruikt voor de definitieve afdruk. Dit is vaak een elastomeer of silicone. De spieren worden tijdens het uitharden gemanipuleerd, muscle trimming, om de meest gebruikte bewegingen te imiteren.
Hiervan wordt het tweede model vervaardigd. Dit is ook het model waarop nu zal gewerkt worden, en waarop de uiteindelijke prothese gemaakt zal worden.
3. Beetbepaling
Nu wordt door de tandtechnicus een beetplaat gemaakt. Hiermee bepaalt de tandarts de stand van de onderkaak ten opzichte van de bovenkaak. Dit wordt de beetbepaling genoemd. Hierna worden de gipsmodellen aan de hand van de beetplaten in een kunstkaak of articulator geplaatst. De tandtechnicus kan dan de prothese in was opstellen.
4. Passen in was
Bij deze zittijd ziet de patiënt voor het eerst zijn nieuwe tanden. Als alles in orde is, wordt de prothese afgemaakt en daarna bij de patiënt geplaatst. De tandtechnicus maakt een gipsen mal om de prothese van was en de was wordt er uit gebrand. De ruimte die zo ontstaat wordt opgevuld met kunststof. Na het uitharden wordt de prothese mooi glad afgewerkt, zodat deze kan worden geplaatst in de mond van de patiënt.
5. Wennen
Vanaf nu begint het werk voor u: leren eten, spreken, handelen met de nieuwe prothese. Deze gewenningsperiode verschilt van patiënt tot patiënt en kan tot 3 maanden duren.
6. Onderhoud
Een prothese moet goed onderhouden worden en regelmatig worden gepoetst. Veel tandartsen raden aan de prothese ’s nachts uit te laten, zodat het weefsel zich kan herstellen. Tevens kan dan de prothese in een bakje water met een scheut azijn worden gereinigd, door deze daar een nacht in te laten staan.